Visdief.nl recenseerde mijn boek en de man vond het goed! Lees!

 

De Vlaamse cabaretier Begijn Le Bleu blijkt niet alleen vaardig op het podium, ook als vogelaar staat hij zijn mannetje. Ik kan toch niet anders concluderen na het lezen van de boeiende verhalen in Fwiet! Fwiet!. Boeiend zijn ze, soms hilarisch, en een andere keer tot nadenken stemmend. En daarmee is zijn derde talent ook meteen benoemd: het schrijven van verhalen.

Tot nadenken stemmend. Laat ik eens heerlijk achterin beginnen, met de epiloog. Chris De Stoop komt op bezoek bij een plattelandsvereniging om er te spreken over de teloorgang van de polderboeren. Ook de Hedwigepolder speelt een belangrijke rol, de commotie die ontstond toen deze zeer vruchtbare polder werd ‘teruggegeven’ aan de natuur. Le Bleu, geen lid van de vereniging, weet zich naar binnen te praten en voelt zich een vreemde eend in de bijt tussen alle boeren en voormalige boeren. Als Le Bleu later tijdens een natuurfestival de Hedwigepolder bezoekt, overvalt hem een gevoel van schaamte jegens de boeren die uit de polder werden verdreven. ‘Emoties staan mij soms vaker in de weg. Het blijft hoe dan ook een ongemakkelijke realiteit.’

En dan een boeiend verhaal? Dat zijn ze eerlijk gezegd allemaal. Moest ik er eentje uitkiezen, dan kies ik voor het verhaal Batumi. Alle verhalen beginnen met een knalgele pagina met daarop een vogelnaam. Toen ik Batumi las, met die grote witte letters op het gele papier, heb ik eerst een paar minuten naar de pagina zitten staren. Wat las ik daar nu toch? Had ik tijdens de tientallen jaren dat ik nu vogels kijk, werkelijk een vogel gemist? Of was dit een dwaalgast uit verre oorden? Nee, het bleek een van de grootste doortrekpunten voor roofvogels ter wereld te zijn, gelegen in het oostelijk puntje van de Zwarte zee, in Georgië. Wat een fantastische taferelen schetst Le Bleu in dit verhaal. Je ziet de mannetjes-steppenkiekendief haast komen aanvliegen, ‘laag met sierlijk puntige vleugels, terwijl de zon de parelgrijze kleur van zijn verenkleed feller maakt.’ Als hij een paar bladzijden verderop een vogeltocht maakt, ziet hij bovendien een grauwe kiekendief. Een fotografisch geheugen heb ik niet, maar ik meen te mogen concluderen dat de kiekendief één van de rode draden in Fwiet! Fwiet! is. Is het geen blauwe kiekendief, dan wel de bruine of grauwe kiekendief waarop de loftrompet wordt gestoken. Jammer genoeg gaat in één van de laatste verhalen het vrouwtje van een bruine kiekendief dood. Het mannetje komt aanvliegen met een prooi, maar de vogelaars die klaar staan om de jongen te ringen weten dat hij niet in staat zal zijn de kuiken groot te brengen. Ze nemen het vrouwtje mee, en ook de jongen verdwijnen in de auto. Ze hebben de auto nog niet gestart of het uitgeputte vrouwtje heeft de geest gegeven. Gelukkig wisten de mensen van een vogelopvangcentrum de jongen groot te brengen en hen bij Diksmuide los te laten, met ring en al. Eind goed, al goed.

Geef een reactie

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *