De Buitenjongen – Paolo Cognetti  (Fictie)

 

Voor ik deze review schreef las ik een aantal recensies uit Nederlandse en Vlaamse kwaliteitskranten over dit  boek dat vorig jaar verscheen. De teneur was duidelijk: Cognetti’s vorige boek, De Acht Bergen, was beter. De Buitenjongen zat vol met cliché’s, was geschreven vóór de publicatie van De Acht Bergen en daarom een makkelijke manier om geld te verdienen. Zeker met die gelijkaardige cover was het goedkoop succes een feit. Zucht.

 De Buitenjongen gaat over een eenzame man die de bergen van zijn jeugd mist. Daarom besluit hij een hut te huren op tweeduizend meter hoogte en een paar maanden lang te leven op een manier waar hij vroeger stiekem van droomde: zielsalleen, omringd door wat dieren en zijn favoriete boeken.  Ik wist de thematieken best te appreciëren: de schoonheid van eenzaamheid, vriendschap en onze band met de natuur. De auteur citeert ondertussen regelmatig andere auteurs zoals Thoreau of Krakauer, wiens De Wildernis in werd verfilmd als Into the Wild, geregisseerd door Sean Penn. Worden ook aangehaald: Antonia Pozzi en Mario Rigoni Stern. Een dichter en een auteur waar ik graag meer van wil lezen. Heerlijk is dat wanneer je deelgenoot wordt van iemands favoriete auteurs die de gedachten of vergezichten van de auteur reflecteren. Het is een wonderlijk mooi verhaal dat de seizoenen volgt in Fontane in de Italiaanse Alpen. Als natuurliefhebber lijkt het me de moeite waard om een jaar lang in een almhut te mogen wonen maar erover lezen is een pak eenvoudiger. In deze omgeving moet het hoofdpersonage rekening houden met de natuur en zijn de voorzieningen karig. Zijn levensritme wordt teruggeschroefd en is hij aangewezen op zichzelf. Daarom gaan de beschrijvingen over doodeenvoudige handelingen waar je haast niet meer bij stilstaat in onze maatschappij: water halen, een kachel aansteken of noodgedwongen een paar aardappelen roosteren om ze met een beetje wijn door te spoelen. Elk seizoen kent zijn uitdagingen. Toch is dat de manier voor hem om zichzelf gaandeweg te herontdekken, als een ui die wordt gepeld totdat je bij de kern komt. Doorheen het verhaal ontmoet hij een aantal herders. Mannen die sociaal onbeholpen zijn maar elkaar verstaan door het werk dat ze doen uit automatisme dag na dag verder te zetten. De auteur besluit een tijdje met hen samen te hokken en maakt dagelijks eten voor hen. Hij neemt een van de herdershonden mee om een wandeling te maken over een bergkam, loopt hopeloos verloren, vist in een meer en slaapt een nacht onder de blote hemel om zijn angst voor de stilte te overwinnen. Ook het vermelden waard: de dankbetuiging aan het kleine arboretum van Fontane. Een ode aan de fijnspar, de grove den, de lariks en de alpenden. Zalig.

Het jachtseizoen wordt met lede ogen aanzien omdat hij ondertussen een band heeft opgebouwd met de natuur. Dat blijkt ook wanneer een jager vlakbij zijn hut een haas afschiet. Het deed mij denken aan de beroemde scène uit de film Dances with Wolves van Kevin Costner waar een wolf wordt afgeschoten door uitgelaten manschappen van het leger. Het lange proces van voorzichtig vertrouwen winnen tussen mens en dier wordt in een paar luttele seconden teniet gedaan.

Tot slot: voor mij zijn sommige beschrijvingen een feest van herkenning, zeker als je ooit al een berghuttentocht hebt gedaan en je dat goed bevallen is. Het verhaal is een filosofische vertelling. Nu en dan heeft hij het over alleen zijn maar het zijn eerder beschouwingen die gelukkig niet de boventoon voeren . Voor mij zou dat namelijk de mindfulness van de observaties ondermijnen.

Deze 150 bladzijden zijn een verademing tussen de dikke kloppers die je soms wel wil lezen maar waar je helaas geen tijd voor hebt. Je hebt niet zo’n haast om het boek uit te hebben en je kan je tijd nemen om elk woord tot jou te nemen.  Mag ook vermeld worden: een mooie bladspiegel en dito lettertype. De cover is om van te smullen. De cover van De Acht Bergen is ongetwijfeld ontworpen door dezelfde vormgever maar dat levert mooie plaatjes op die ik zou willen inkaderen. Ik hoop stiekem dat de cover van Cognetti’s volgende boek weer dezelfde vormgever krijgt. Dan heb ik een mooi drieluikje om boven mijn bed te hangen.

 

 

“Je raakte makkelijk de tel van de dagen kwijt. Tot de avond viel regeerde er buiten een eentonig, immer identiek wit. Alleen bij zonsopgang keek je soms van bovenaf neer op de wolkenzee; dan leek het alsof onze wereld gescheiden was van die daaronder, de ene knalblauw, de ander regenachtig en donker.” Uit: De Buitenjongen van Paolo Cognetti.

 

 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *